This year arts magazine HTV de IJsberg celebrates its 15th anniversary.
I joined the editorial staff in 2004 and I want to present some highlights from my personal HTV archives. In random order.
Issue 58 OPEN dates from april-may 2005. My contribution for this issue was an article containing an interview with visual artist Ted Noten.
I joined the editorial staff in 2004 and I want to present some highlights from my personal HTV archives. In random order.
Issue 58 OPEN dates from april-may 2005. My contribution for this issue was an article containing an interview with visual artist Ted Noten.
promo flyer HTV 58
ZERO TOLERANCE?
Hoe open en tolerant is Nederland eigenlijk? Nederland is aan het verharden. Met name kunstwerken die refereren aan geweld, religie of seks lijken tegenwoordig eerder een gevoelige snaar te raken. Het ageren tegen dergelijke kunstwerken blijft niet meer bij discussie alleen, maar kunstwerken worden soms vernield, gecensureerd en kunstenaars bedreigd of vermoord.
HTV zocht contact met enkele beeldend kunstenaars die iets dergelijks aan den lijve ondervonden hebben en vroeg hen om een reactie.
Ted Noten is een beeldend kunstenaar uit Amsterdam die eigenzinnige sieraden maakt. Zijn werk is onlangs in het Stedelijk Museum geëxposeerd waar het verwikkeld raakte in een incident.
De kranten schreven dat op 11 november 2004 het Stedelijk Museum CS een kunstwerk heeft moeten verwijderen van de tentoonstelling Geel metalliek - goud voor Robert Smit. De politie heeft het kunstwerk Pistol Saints, een verguld neppistool van Ted Noten, in beslag genomen en vernietigd.
Dat het pistool verguld was is door de kranten opgeblazen. Een dag later stond er zelfs in de Volkskrant “gouden pistool verdwijnt in shredder politie”.
Wat is er precies gebeurd?
Waarschijnlijk heeft een bezoeker de politie gebeld. In de Volkskrant stond het zo ‘mooi’ omschreven als ‘een oplettende bezoeker’. Nederland op z’n zieligst. Een dag later werd ik door de recherche gebeld met de vraag of het pistool mijn eigendom was, hoe ik eraan kwam en dat ik mij moest realiseren dat ze me konden arresteren en dat ik voortaan op de zwarte lijst sta. Ik voelde me erg geïntimideerd.
Kun je het werk Pistol Saints omschrijven?
Dit werk is deel van een project genaamd ‘Design against crime’. Dat zijn voorstellen om wapens een nieuwe plek te geven. Op dit moment ben ik in overleg met een New Yorkse galerie om een grote foto van het werk Superbitchbag op te hangen. Mensen kunnen dan in de galerie hun wapen inleveren waar ik dan een koffer of tas van maak.
Het neppistool dat ik voor Pistol Saints gebruikt heb is voor tachtig euro gekocht in een officiële, voor iedereen toegankelijke winkel in Antwerpen. Ik kreeg er zelfs een BTW bon bij. Met kleine bolletjes was heb ik afdrukjes van het pistool gemaakt en deze in zuiver goud laten gieten. Daarna heb ik pinnetjes aan de achterkant bevestigd en er op die manier broches van gemaakt. De politie heeft de twaalf bijbehorende broches wel in de tentoonstelling laten liggen. De achterliggende gedachte van het werk is dat je de ziel van het pistool bij je draagt in een sieraadvorm en het echte pistool weg kan gooien. Tenslotte dragen de meeste mensen een wapen uit bijgeloof. Of zoals de Surinamers dit benoemen: ‘Pietpiet’. Vandaar de titel Pistol Saints.
Wat was je reactie op het vernietigen van je werk?
Ik voelde me geïntimideerd en vond het een klakkeloos volgen van procedures door de politie. Er heerste bij mij vooral kwaadheid over het hypocriete gedrag van een oplettende bezoeker. Op straat, wanneer er mensen aangevallen of bedreigd worden, zijn we niet oplettend.. Het ergste vond ik de hysterie van de kranten. Het NRC Handelsblad is het enige dagblad dat mij gebeld heeft om te vragen wat er gebeurd was. Alle andere kranten hebben het stuk van elkaar gekopieerd. Alleen de sensatie werd belicht, maar er werd niet geschreven over de achterliggende gedachten, de reden van dit werk of de discussie over het gelijktrekken van landelijke en Europese wapenwetten.
Verder was ik erg teleurgesteld in de houding van de staf van het Stedelijk Museum die geen stelling nam. Ook niet tegen de politie. Zij hebben geen enkele publiekelijke reactie gegeven of kranten uitgenodigd om hierover te schrijven. Kortom, ze hebben geen uitspraak gedaan. Daar ben ik wel teleurgesteld over, want ik vind dat het bij de functie van een museum hoort om maatschappelijk en politiek stelling te nemen. Dat is voor een deel ook de functie van kunst.
Heb je vaker dergelijke problemen met je werk gehad?
Nee, ik heb dat nog niet eerder meegemaakt en had het niet verwacht. Ik ga er ook geen rekening mee houden in de toekomst.
Heb je het idee dat onze samenleving aan het verharden is, minder open en tolerant aan het worden is?
Eerder nonchalant. Wezenlijkheden worden niet meer onderscheiden.
Dat dit incident niet op zichzelf staat blijkt wel uit het volgende: ook in Tilburg is de politie actief. Daar is op 23 maart jongstleden een neppistool in beslag genomen dat onderdeel uitmaakte van een kunstwerk van Edward Erasmus. Het bezit van dergelijke nepwapens is verboden in Nederland. Gealarmeerd door voorbijgangers is de politie zijn expositie in galerie Punct binnengevallen om het nepwapen te verwijderen en zo te voorkomen dat het voor criminele doeleinden gebruikt zou kunnen worden. Het kunstwerk is al vaker geëxposeerd, maar Erasmus heeft dit nog niet eerder meegemaakt. Hij vindt de politieactie overdreven. Volgens hem kun je voor 10 euro een dergelijk neppistool via internet bestellen en hij is van zins om dat voor zijn volgende tentoonstelling wederom te doen.
Misschien dat dergelijk politieoptreden een indirect gevolg is van mondiale ontwikkelingen naar aanleiding van de aanslagen in New York en Madrid. Ons aloude gedoogbeleid lijkt langzaam op te schuiven richting het strikter hanteren van regels en wetten. Maar niet alleen kunstwerken die aan geweld refereren kunnen commotie veroorzaken, ook religie en seks blijken soms gevoelige onderwerpen.
Denk bijvoorbeeld aan de ophef rond de recente tentoonstelling van Rashid Ben Ali in het Cobra Museum in Amstelveen die door sommigen als godslasterlijk werd ervaren. Of aan de gevelschildering ‘Roosje’ van Rombout Oomen in de Jacob van Lennepstraat in Amsterdam. Het werk toonde een naakte vrouw, maar is gekuist na klachten van omwonenden. Dat incident speelde zich niet af binnen de ‘veilige’ muren van een museum, maar in de openbaarheid van de straat. Minder openbaar toegankelijk zijn bedrijfscollecties, maar zelfs werken uit de kunstcollectie van Rabobank Nederland blijken soms de behoefte tot kuisen op te roepen. In het hoofdkantoor in Eindhoven plakten onbekenden een papieren bikini op een kunstwerk dat een deels ontkleed meisje laat zien. Nadat de bikini verwijderd was bleven er telkens dingen op de foto geplakt worden. Totdat Hans ten Cate, voorzitter van de kunstcommissie, een oproep plaatste op het Raboweb om het vandalisme te stoppen. Niet iedere medewerker van een bedrijf dat kunst verzamelt heeft de behoefte om zich te verdiepen in kunst en de meerdere betekenislagen van een werk te ontrafelen. Net als kunstwerken die in de openbare ruimte geplaatst zijn lopen kunstwerken in een bedrijfscollectie het risico niet door iedereen gewaardeerd te worden of erger. Een schilderij van Bas Meerman werd zelfs opzettelijk beschadigd en moest gerestaureerd worden. Het schilderij toont een man die zijn broek laat zakken waardoor zijn onderbroek te zien is. Momenteel wordt de kunstcollectie deels ontsloten door de publicatie van de catalogus Unlocked #2 en tentoonstellingen in de Haagse musea. Nog tot 8 mei kan het publiek zelf komen bekijken hoe aanstootgevend de bedrijfscollectie eventueel zou zijn.
Karin Bos 2005
Ted Noten, Superbitchbag. foto Ted Noten
Ted Noten, Pistol Saints. foto Ted Noten