Issue 83 is out now, in paper and online: http://www.htvdeijsberg.nl/
www.htvdeijsberg.nl/83-an-artists-guide-to-the-galaxy
Check out my improved version of Kepler spacecraft to explore space.
And, even more stunning, the first proof of e.t.i. recorded by it.
donderdag 29 april 2010
maandag 5 april 2010
HTV Highlights: issue 62 Save a Melting Iceberg in One Day
In 2010 arts magazine HTV de IJsberg celebrates its 15th anniversary! A good excuse to dive into my personal archives, being one of the editors. This was first published in HTV issue 62 in 2006.
On Friday January the 27th 2006 the HTV organized an art party at OT301 in Amsterdam. This fundraising event “Save a Melting Iceberg in One Day” was a one-day exhibition of 165 small works on paper donated by 75 artists. The show contained drawings, prints, photography, painting, c-prints and even embroidery. All the art works were for sale to benefit arts magazine the HTV. It was “cash and carry” for only 25 euros a piece, so the visitors could shop until they dropped. At the end of the evening there were lots of empty spots and red dots, which was very satisfying to all of us.
Next to the exhibition it was also possible to crash on one of the cushions on the floor to relax and enjoy the visuals or hang out and drink a beer at the bar, listen to a performance of the band Les Bif-Tecs, dance to the DJ’s or join the live drawing performance by Carline Huge. She cut off a bit of hair of the participants to make pencils. With those personal pencils she drew their portraits on a large piece of paper which grew into a major group portrait. A raffle at the end of the party decided which participant was the lucky one to take it home. The benefit was such a success that it will become an annual event. We hope to see you again!
The HTV wants to thank the following artists who have generously donated their artworks to “Save a Melting Iceberg in One Day”:
David Almeida, Frank M Ammerlaan, Joke Baas, Bart de Baets, Tiers Bakker, Claire Begheyn, Susanne Boger, Marieke Bolhuis, Marjan Borsjes, Karin Bos, Alice Brasser, Atti vd Brink, Suzanne de Bruin, Pyke Burger, Sam Drukker, Evelien Ebens, Marieke van Enk, Wim Elzinga, Pietsjanke Fokkema, Philip Vincent Fokker, Severin Frank, Melle Hammer, Yutaka Hoshino, Anna Hoetjes, Thea Hoogervorst, Allard van Hoorn, Simone Hooymans, Els ter Horst, Carline Huge, Remy Jungerman, Yasmijn Karhof, Lotte Klaver, Lucienne Kleverlaan, Johan Knibbe, Bart Koetsier, Helga Kos, Eva Krause, Sandra Kruisbrink, Marc Kuyper, Kaisa Lassinaro, Wilfried Lansink, Heidi Linck, Rudy J. Luijters, Tine Melzer, Nienke vd Meulen, Astrid Moors, Thomas Monses, Reiko Nak, Paul Nassenstein, Cadine Navarro, Adrienne Norman, Regio Matsuma, Viola Onderdelinden, Ingrid Pasmans, Eyal Pinkas, Jennifer Protas, Mischa Rakier, Serge Romza, Martijn Sandberg, Marguerite van Sandick, Harald Schole, Danne van Schoonhoven, Hinke Schreuders, Carlos Silva, Inez Smit, Nicky Smout, Dodog Soeseno, Katarina Sonnewend, Niels Staal, Roos Stallinga, Iva Supic, Erin Tjin A Ton, Michelle-Aimée van Tongerloo, Marli Turion, Tjarda van Vugt, Charlotte Wandt, Aimee Zitolema, Zoot en Genant.
Save a Melting Iceberg in One Day
initiated by Karin Bos
initiated by Karin Bos
On Friday January the 27th 2006 the HTV organized an art party at OT301 in Amsterdam. This fundraising event “Save a Melting Iceberg in One Day” was a one-day exhibition of 165 small works on paper donated by 75 artists. The show contained drawings, prints, photography, painting, c-prints and even embroidery. All the art works were for sale to benefit arts magazine the HTV. It was “cash and carry” for only 25 euros a piece, so the visitors could shop until they dropped. At the end of the evening there were lots of empty spots and red dots, which was very satisfying to all of us.
Next to the exhibition it was also possible to crash on one of the cushions on the floor to relax and enjoy the visuals or hang out and drink a beer at the bar, listen to a performance of the band Les Bif-Tecs, dance to the DJ’s or join the live drawing performance by Carline Huge. She cut off a bit of hair of the participants to make pencils. With those personal pencils she drew their portraits on a large piece of paper which grew into a major group portrait. A raffle at the end of the party decided which participant was the lucky one to take it home. The benefit was such a success that it will become an annual event. We hope to see you again!
The HTV wants to thank the following artists who have generously donated their artworks to “Save a Melting Iceberg in One Day”:
David Almeida, Frank M Ammerlaan, Joke Baas, Bart de Baets, Tiers Bakker, Claire Begheyn, Susanne Boger, Marieke Bolhuis, Marjan Borsjes, Karin Bos, Alice Brasser, Atti vd Brink, Suzanne de Bruin, Pyke Burger, Sam Drukker, Evelien Ebens, Marieke van Enk, Wim Elzinga, Pietsjanke Fokkema, Philip Vincent Fokker, Severin Frank, Melle Hammer, Yutaka Hoshino, Anna Hoetjes, Thea Hoogervorst, Allard van Hoorn, Simone Hooymans, Els ter Horst, Carline Huge, Remy Jungerman, Yasmijn Karhof, Lotte Klaver, Lucienne Kleverlaan, Johan Knibbe, Bart Koetsier, Helga Kos, Eva Krause, Sandra Kruisbrink, Marc Kuyper, Kaisa Lassinaro, Wilfried Lansink, Heidi Linck, Rudy J. Luijters, Tine Melzer, Nienke vd Meulen, Astrid Moors, Thomas Monses, Reiko Nak, Paul Nassenstein, Cadine Navarro, Adrienne Norman, Regio Matsuma, Viola Onderdelinden, Ingrid Pasmans, Eyal Pinkas, Jennifer Protas, Mischa Rakier, Serge Romza, Martijn Sandberg, Marguerite van Sandick, Harald Schole, Danne van Schoonhoven, Hinke Schreuders, Carlos Silva, Inez Smit, Nicky Smout, Dodog Soeseno, Katarina Sonnewend, Niels Staal, Roos Stallinga, Iva Supic, Erin Tjin A Ton, Michelle-Aimée van Tongerloo, Marli Turion, Tjarda van Vugt, Charlotte Wandt, Aimee Zitolema, Zoot en Genant.
HTV Highlights: issue 61 Schaduw
Gepubliceerd in HTV # 61, themanummer SCHADUW, december 2005/januari 2006
De fantoomschaduw van de Twins
Een gesprek met Jeroen Kooijmans
Aanleiding voor dit gesprek is het uitkomen van zijn nieuwe film New York is eating me & the Cactus Dance. Jeroen Kooijmans (1967) is beeldend kunstenaar. Hij werkt veelal met video en projecties. New York is eating me & the Cactus Dance is zijn eerste langere film.
De film is het resultaat van de periode dat hij in New York woonde. Hij woonde er al anderhalf jaar op eigen houtje, allerlei plannen makend wat hij er wilde gaan doen, toen hij op 1 september 2001 toegelaten werd tot het prestigieuze studioprogramma van PS1 dat gelieerd is aan het MOMA. Alles zat hem mee. Het Fonds BKVB verschafte hem een fantastisch appartement in Manhattan, met uitzicht op de Twin Towers, en een werkbudget. Bovendien had het filmfonds zijn aanvraag gehonoreerd om een film te maken over snorren en de stad. Zijn successtory duurde precies elf dagen, daarna werd alles anders.
(KB) Waarom een film over snorren en New York?
(JK) Ik wilde een portret maken van de stad, maar dat is al zo vaak gedaan. Daarom wilde ik een andere rode draad in het verhaal. Door mensen op straat te vragen waarom ze een snor dragen leg je contact met ze. Zo’n onverwachte invalshoek opent nieuwe perspectieven en geeft via een omweg een beeld van New York.
(KB) Okay, maar waarom snorren?
(JK) Ik heb al heel lang een obsessie voor gezichtsbeharing. Vraag me niet waar dat vandaan komt. Eerder heb ik al eens werk gemaakt over wenkbrauwen. Het onderwerp snorren is iets onbenulligs. Het is vrij banaal en de obsessie is eigenlijk interessanter dan het object van de obsessie. Zo ben ik ook geobsedeerd door borsten. Dat is ook een domme bezigheid, maar die obsessie wordt door velen gedeeld. Ik leg verzamelingen aan. Mijn archief bevat een collectie zeeën, schoorstenen, voorbijvarende boten, enzovoorts. Zo’n boot kan dan later weer opduiken in een ander werk. Ik verzamel door het isoleren van een thema en daarna hoop ik dat mensen voortaan anders naar zo’n onderwerp kijken. Mijn werk ontstaat vanuit mijn interesse in de zin en met name de onzin van het leven.
(KB) Wat was de impact van 9/11 voor jou?
(JK) De ramp dwarsboomde al mijn plannen. Ik maakte altijd vrij luchtige en optimistische dingen. Daarmee was ik ook aangenomen bij PS1, bijvoorbeeld een maquette van een landingsbaan op het WTC. Na 9/11 had ik het gevoel dat er geen plaats meer was in New York voor dergelijk werk. De hele stad was depressief. Er waren nog wel feestjes, maar die waren spookachtig. De stad was zijn identiteit kwijtgeraakt en de kunsteconomie stortte in. Soms zat ik in een ontkenningsfase. Dan dacht ik; het is niet echt, het is een film en dadelijk zetten ze de rookmachines uit en staan de Twins er gewoon weer.
De film die ik voor ogen had sloeg opeens nergens meer op. Überhaupt kunst maken sloeg nergens meer op. Voor mijn deur ontstond een bedevaartsoord waar de vermiste mensen werden opgegeven. Ik stond er nog steeds mensen met snorren te filmen, omdat ik dat die dag ervoor ook gedaan had, maar zag er de zin niet meer van in. Snorrendragers in New York zijn veelal moslim, politieagent of brandweerman. Na 9/11 werd er anders tegen deze groepen aangekeken en vond ik het vrij respectloos om tegen hen over die snorren te beginnen.
In opdracht van het tijdschrift Skrien schreef ik columns over New York, New York Stories, waarbij ik verkleed als politieagent op straat uit stond te leggen dat er een onzichtbare dronken man tegen het WTC was opgeklommen of dat er handelaren in illegale tijd waren opgepakt. In mijn film wilde ik ook als besnorde agent verschijnen, maar na 9/11 kon je niet meer in een uniform op straat lopen. Opeens was alles verdacht.
De houding van Bush viel me erg tegen. De aanslag van Bin Laden deed mij denken aan David en Goliath. De wereldmacht bleek niet onschendbaar en zou een pas op de plaats gaan maken. Nu moesten ze wel gaan praten met degenen die het gedaan hadden. Maar nee, Bush riep “there’s no neutral ground” en “if you’re not with us you’re against us”. Er was geen ruimte voor dialoog en de berichtgeving was erg eenzijdig. New York was opeens mijn stad niet meer. Na een paar maanden heb ik toch weer de draad opgepakt want er werd van mij verwacht dat ik ondermeer werk zou maken voor een tentoonstelling in PS1.
(KB) Dat werk is ook te zien in de film, toch?
(JK) Ja, het is een live videoprojectie met de PS1 suppoosten. In werkelijkheid bevonden ze zich in een andere ruimte, maar door mijn projectie leek het net alsof ze als kaboutertjes op een verwarmingsbuis zaten om de kunstwerken van de tentoonstelling te bewaken. Het publiek had zo nu en dan in de gaten dat ze de suppoosten ook echt konden aanspreken.
(KB) Wat heb je na je werkperiode in PS1 gedaan?
(JK) Ik wilde weg uit New York, maar had nog geen zin in Amsterdam en ben op reis gegaan. Ik wilde heel graag de andere kant van het verhaal horen en een beeld krijgen hoe er in de rest van de wereld, met name in moslimlanden, tegen de gebeurtenissen aangekeken werd. Op de motor samen met een vriend ben ik richting India gereden. Onderweg zijn we in Pakistan soms bespuwd en met stenen bekogeld omdat ze dachten dat we Amerikanen waren. Midden 2003 ben ik uiteindelijk weer in Amsterdam terechtgekomen. Daar heb ik eerst een film gemonteerd die het verslag is van mijn reis naar India. De tachtig uur aan filmmateriaal dat ik in New York had geschoten stond maar in de kast te wachten totdat ik er iets mee zou gaan doen. Ik heb er zo lang tegenaan gehikt omdat New York mij een mislukt project gevoel gaf, het was onvoltooid. Pas in maart 2004 ben ik met de montage begonnen van New York is eating me & the Cactus Dance en heb er een zevenendertig minuten durende film van gemaakt.
(KB) Vind je New York is eating me & the Cactus Dance een documentaire?
(JK) Ja, de film gaat over realiteit. Ik werk niet met een script. De kracht van mijn werk is het avontuur. Het is in de film niet precies duidelijk wanneer iets echt is en wanneer iets in scène gezet is. Dat manipuleren van de werkelijkheid heb ik expres gedaan om aan te geven dat de realiteit veranderd was en de stad haar identiteit was kwijtgeraakt. Ik wilde niet zozeer een “kunstfilm” maken waarbij je in slaap valt. Daarom heb ik voor een MTV-achtige montage gekozen. Wel met die snelheid, maar dan met betekenisvolle beelden in plaats van nietszeggende plaatjes. De opbouw is niet chronologisch, soms zijn de torens weg en soms staan ze er weer. Het is geen verhaal van A tot Z met een clou, maar de spanning zit ‘m in het ritme. Het geeft de film een hallucinerend effect. De film bestaat uit dezelfde combinatie van drama en luchtigheid als de rest van mijn werk. Het is een persoonlijke film geworden en als ik hem terugzie word ik er soms blij van en soms droevig.
New York is eating me & the Cactus Dance is door Artimo uitgebracht op dvd. Bestelinformatie is te vinden op http://www.jeroenkooijmans.com/
Karin Bos 2005
De fantoomschaduw van de Twins
Een gesprek met Jeroen Kooijmans
Aanleiding voor dit gesprek is het uitkomen van zijn nieuwe film New York is eating me & the Cactus Dance. Jeroen Kooijmans (1967) is beeldend kunstenaar. Hij werkt veelal met video en projecties. New York is eating me & the Cactus Dance is zijn eerste langere film.
De film is het resultaat van de periode dat hij in New York woonde. Hij woonde er al anderhalf jaar op eigen houtje, allerlei plannen makend wat hij er wilde gaan doen, toen hij op 1 september 2001 toegelaten werd tot het prestigieuze studioprogramma van PS1 dat gelieerd is aan het MOMA. Alles zat hem mee. Het Fonds BKVB verschafte hem een fantastisch appartement in Manhattan, met uitzicht op de Twin Towers, en een werkbudget. Bovendien had het filmfonds zijn aanvraag gehonoreerd om een film te maken over snorren en de stad. Zijn successtory duurde precies elf dagen, daarna werd alles anders.
(KB) Waarom een film over snorren en New York?
(JK) Ik wilde een portret maken van de stad, maar dat is al zo vaak gedaan. Daarom wilde ik een andere rode draad in het verhaal. Door mensen op straat te vragen waarom ze een snor dragen leg je contact met ze. Zo’n onverwachte invalshoek opent nieuwe perspectieven en geeft via een omweg een beeld van New York.
(KB) Okay, maar waarom snorren?
(JK) Ik heb al heel lang een obsessie voor gezichtsbeharing. Vraag me niet waar dat vandaan komt. Eerder heb ik al eens werk gemaakt over wenkbrauwen. Het onderwerp snorren is iets onbenulligs. Het is vrij banaal en de obsessie is eigenlijk interessanter dan het object van de obsessie. Zo ben ik ook geobsedeerd door borsten. Dat is ook een domme bezigheid, maar die obsessie wordt door velen gedeeld. Ik leg verzamelingen aan. Mijn archief bevat een collectie zeeën, schoorstenen, voorbijvarende boten, enzovoorts. Zo’n boot kan dan later weer opduiken in een ander werk. Ik verzamel door het isoleren van een thema en daarna hoop ik dat mensen voortaan anders naar zo’n onderwerp kijken. Mijn werk ontstaat vanuit mijn interesse in de zin en met name de onzin van het leven.
(KB) Wat was de impact van 9/11 voor jou?
(JK) De ramp dwarsboomde al mijn plannen. Ik maakte altijd vrij luchtige en optimistische dingen. Daarmee was ik ook aangenomen bij PS1, bijvoorbeeld een maquette van een landingsbaan op het WTC. Na 9/11 had ik het gevoel dat er geen plaats meer was in New York voor dergelijk werk. De hele stad was depressief. Er waren nog wel feestjes, maar die waren spookachtig. De stad was zijn identiteit kwijtgeraakt en de kunsteconomie stortte in. Soms zat ik in een ontkenningsfase. Dan dacht ik; het is niet echt, het is een film en dadelijk zetten ze de rookmachines uit en staan de Twins er gewoon weer.
De film die ik voor ogen had sloeg opeens nergens meer op. Überhaupt kunst maken sloeg nergens meer op. Voor mijn deur ontstond een bedevaartsoord waar de vermiste mensen werden opgegeven. Ik stond er nog steeds mensen met snorren te filmen, omdat ik dat die dag ervoor ook gedaan had, maar zag er de zin niet meer van in. Snorrendragers in New York zijn veelal moslim, politieagent of brandweerman. Na 9/11 werd er anders tegen deze groepen aangekeken en vond ik het vrij respectloos om tegen hen over die snorren te beginnen.
In opdracht van het tijdschrift Skrien schreef ik columns over New York, New York Stories, waarbij ik verkleed als politieagent op straat uit stond te leggen dat er een onzichtbare dronken man tegen het WTC was opgeklommen of dat er handelaren in illegale tijd waren opgepakt. In mijn film wilde ik ook als besnorde agent verschijnen, maar na 9/11 kon je niet meer in een uniform op straat lopen. Opeens was alles verdacht.
De houding van Bush viel me erg tegen. De aanslag van Bin Laden deed mij denken aan David en Goliath. De wereldmacht bleek niet onschendbaar en zou een pas op de plaats gaan maken. Nu moesten ze wel gaan praten met degenen die het gedaan hadden. Maar nee, Bush riep “there’s no neutral ground” en “if you’re not with us you’re against us”. Er was geen ruimte voor dialoog en de berichtgeving was erg eenzijdig. New York was opeens mijn stad niet meer. Na een paar maanden heb ik toch weer de draad opgepakt want er werd van mij verwacht dat ik ondermeer werk zou maken voor een tentoonstelling in PS1.
(KB) Dat werk is ook te zien in de film, toch?
(JK) Ja, het is een live videoprojectie met de PS1 suppoosten. In werkelijkheid bevonden ze zich in een andere ruimte, maar door mijn projectie leek het net alsof ze als kaboutertjes op een verwarmingsbuis zaten om de kunstwerken van de tentoonstelling te bewaken. Het publiek had zo nu en dan in de gaten dat ze de suppoosten ook echt konden aanspreken.
(KB) Wat heb je na je werkperiode in PS1 gedaan?
(JK) Ik wilde weg uit New York, maar had nog geen zin in Amsterdam en ben op reis gegaan. Ik wilde heel graag de andere kant van het verhaal horen en een beeld krijgen hoe er in de rest van de wereld, met name in moslimlanden, tegen de gebeurtenissen aangekeken werd. Op de motor samen met een vriend ben ik richting India gereden. Onderweg zijn we in Pakistan soms bespuwd en met stenen bekogeld omdat ze dachten dat we Amerikanen waren. Midden 2003 ben ik uiteindelijk weer in Amsterdam terechtgekomen. Daar heb ik eerst een film gemonteerd die het verslag is van mijn reis naar India. De tachtig uur aan filmmateriaal dat ik in New York had geschoten stond maar in de kast te wachten totdat ik er iets mee zou gaan doen. Ik heb er zo lang tegenaan gehikt omdat New York mij een mislukt project gevoel gaf, het was onvoltooid. Pas in maart 2004 ben ik met de montage begonnen van New York is eating me & the Cactus Dance en heb er een zevenendertig minuten durende film van gemaakt.
(KB) Vind je New York is eating me & the Cactus Dance een documentaire?
(JK) Ja, de film gaat over realiteit. Ik werk niet met een script. De kracht van mijn werk is het avontuur. Het is in de film niet precies duidelijk wanneer iets echt is en wanneer iets in scène gezet is. Dat manipuleren van de werkelijkheid heb ik expres gedaan om aan te geven dat de realiteit veranderd was en de stad haar identiteit was kwijtgeraakt. Ik wilde niet zozeer een “kunstfilm” maken waarbij je in slaap valt. Daarom heb ik voor een MTV-achtige montage gekozen. Wel met die snelheid, maar dan met betekenisvolle beelden in plaats van nietszeggende plaatjes. De opbouw is niet chronologisch, soms zijn de torens weg en soms staan ze er weer. Het is geen verhaal van A tot Z met een clou, maar de spanning zit ‘m in het ritme. Het geeft de film een hallucinerend effect. De film bestaat uit dezelfde combinatie van drama en luchtigheid als de rest van mijn werk. Het is een persoonlijke film geworden en als ik hem terugzie word ik er soms blij van en soms droevig.
New York is eating me & the Cactus Dance is door Artimo uitgebracht op dvd. Bestelinformatie is te vinden op http://www.jeroenkooijmans.com/
Karin Bos 2005
Abonneren op:
Posts (Atom)