donderdag 28 januari 2010

HTV Highlights: issue 58 Open

This year arts magazine HTV de IJsberg celebrates its 15th anniversary.
I joined the editorial staff in 2004 and I want to present some highlights from my personal HTV archives. In random order.
Issue 58 OPEN dates from april-may 2005. My contribution for this issue was an article containing an interview with visual artist Ted Noten.

promo flyer HTV 58

ZERO TOLERANCE?

Hoe open en tolerant is Nederland eigenlijk? Nederland is aan het verharden. Met name kunstwerken die refereren aan geweld, religie of seks lijken tegenwoordig eerder een gevoelige snaar te raken. Het ageren tegen dergelijke kunstwerken blijft niet meer bij discussie alleen, maar kunstwerken worden soms vernield, gecensureerd en kunstenaars bedreigd of vermoord.

HTV zocht contact met enkele beeldend kunstenaars die iets dergelijks aan den lijve ondervonden hebben en vroeg hen om een reactie.

Ted Noten is een beeldend kunstenaar uit Amsterdam die eigenzinnige sieraden maakt. Zijn werk is onlangs in het Stedelijk Museum geëxposeerd waar het verwikkeld raakte in een incident.

De kranten schreven dat op 11 november 2004 het Stedelijk Museum CS een kunstwerk heeft moeten verwijderen van de tentoonstelling Geel metalliek - goud voor Robert Smit. De politie heeft het kunstwerk Pistol Saints, een verguld neppistool van Ted Noten, in beslag genomen en vernietigd.

Dat het pistool verguld was is door de kranten opgeblazen. Een dag later stond er zelfs in de Volkskrant “gouden pistool verdwijnt in shredder politie”.

Wat is er precies gebeurd?


Waarschijnlijk heeft een bezoeker de politie gebeld. In de Volkskrant stond het zo ‘mooi’ omschreven als ‘een oplettende bezoeker’. Nederland op z’n zieligst. Een dag later werd ik door de recherche gebeld met de vraag of het pistool mijn eigendom was, hoe ik eraan kwam en dat ik mij moest realiseren dat ze me konden arresteren en dat ik voortaan op de zwarte lijst sta. Ik voelde me erg geïntimideerd.

Kun je het werk Pistol Saints omschrijven?

Dit werk is deel van een project genaamd ‘Design against crime’. Dat zijn voorstellen om wapens een nieuwe plek te geven. Op dit moment ben ik in overleg met een New Yorkse galerie om een grote foto van het werk Superbitchbag op te hangen. Mensen kunnen dan in de galerie hun wapen inleveren waar ik dan een koffer of tas van maak.
Het neppistool dat ik voor Pistol Saints gebruikt heb is voor tachtig euro gekocht in een officiële, voor iedereen toegankelijke winkel in Antwerpen. Ik kreeg er zelfs een BTW bon bij. Met kleine bolletjes was heb ik afdrukjes van het pistool gemaakt en deze in zuiver goud laten gieten. Daarna heb ik pinnetjes aan de achterkant bevestigd en er op die manier broches van gemaakt. De politie heeft de twaalf bijbehorende broches wel in de tentoonstelling laten liggen. De achterliggende gedachte van het werk is dat je de ziel van het pistool bij je draagt in een sieraadvorm en het echte pistool weg kan gooien. Tenslotte dragen de meeste mensen een wapen uit bijgeloof. Of zoals de Surinamers dit benoemen: ‘Pietpiet’. Vandaar de titel Pistol Saints.

Wat was je reactie op het vernietigen van je werk?

Ik voelde me geïntimideerd en vond het een klakkeloos volgen van procedures door de politie. Er heerste bij mij vooral kwaadheid over het hypocriete gedrag van een oplettende bezoeker. Op straat, wanneer er mensen aangevallen of bedreigd worden, zijn we niet oplettend.. Het ergste vond ik de hysterie van de kranten. Het NRC Handelsblad is het enige dagblad dat mij gebeld heeft om te vragen wat er gebeurd was. Alle andere kranten hebben het stuk van elkaar gekopieerd. Alleen de sensatie werd belicht, maar er werd niet geschreven over de achterliggende gedachten, de reden van dit werk of de discussie over het gelijktrekken van landelijke en Europese wapenwetten.
Verder was ik erg teleurgesteld in de houding van de staf van het Stedelijk Museum die geen stelling nam. Ook niet tegen de politie. Zij hebben geen enkele publiekelijke reactie gegeven of kranten uitgenodigd om hierover te schrijven. Kortom, ze hebben geen uitspraak gedaan. Daar ben ik wel teleurgesteld over, want ik vind dat het bij de functie van een museum hoort om maatschappelijk en politiek stelling te nemen. Dat is voor een deel ook de functie van kunst.

Heb je vaker dergelijke problemen met je werk gehad?

Nee, ik heb dat nog niet eerder meegemaakt en had het niet verwacht. Ik ga er ook geen rekening mee houden in de toekomst.

Heb je het idee dat onze samenleving aan het verharden is, minder open en tolerant aan het worden is?

Eerder nonchalant. Wezenlijkheden worden niet meer onderscheiden.


Dat dit incident niet op zichzelf staat blijkt wel uit het volgende: ook in Tilburg is de politie actief. Daar is op 23 maart jongstleden een neppistool in beslag genomen dat onderdeel uitmaakte van een kunstwerk van Edward Erasmus. Het bezit van dergelijke nepwapens is verboden in Nederland. Gealarmeerd door voorbijgangers is de politie zijn expositie in galerie Punct binnengevallen om het nepwapen te verwijderen en zo te voorkomen dat het voor criminele doeleinden gebruikt zou kunnen worden. Het kunstwerk is al vaker geëxposeerd, maar Erasmus heeft dit nog niet eerder meegemaakt. Hij vindt de politieactie overdreven. Volgens hem kun je voor 10 euro een dergelijk neppistool via internet bestellen en hij is van zins om dat voor zijn volgende tentoonstelling wederom te doen.

Misschien dat dergelijk politieoptreden een indirect gevolg is van mondiale ontwikkelingen naar aanleiding van de aanslagen in New York en Madrid. Ons aloude gedoogbeleid lijkt langzaam op te schuiven richting het strikter hanteren van regels en wetten. Maar niet alleen kunstwerken die aan geweld refereren kunnen commotie veroorzaken, ook religie en seks blijken soms gevoelige onderwerpen.
Denk bijvoorbeeld aan de ophef rond de recente tentoonstelling van Rashid Ben Ali in het Cobra Museum in Amstelveen die door sommigen als godslasterlijk werd ervaren. Of aan de gevelschildering ‘Roosje’ van Rombout Oomen in de Jacob van Lennepstraat in Amsterdam. Het werk toonde een naakte vrouw, maar is gekuist na klachten van omwonenden. Dat incident speelde zich niet af binnen de ‘veilige’ muren van een museum, maar in de openbaarheid van de straat. Minder openbaar toegankelijk zijn bedrijfscollecties, maar zelfs werken uit de kunstcollectie van Rabobank Nederland blijken soms de behoefte tot kuisen op te roepen. In het hoofdkantoor in Eindhoven plakten onbekenden een papieren bikini op een kunstwerk dat een deels ontkleed meisje laat zien. Nadat de bikini verwijderd was bleven er telkens dingen op de foto geplakt worden. Totdat Hans ten Cate, voorzitter van de kunstcommissie, een oproep plaatste op het Raboweb om het vandalisme te stoppen. Niet iedere medewerker van een bedrijf dat kunst verzamelt heeft de behoefte om zich te verdiepen in kunst en de meerdere betekenislagen van een werk te ontrafelen. Net als kunstwerken die in de openbare ruimte geplaatst zijn lopen kunstwerken in een bedrijfscollectie het risico niet door iedereen gewaardeerd te worden of erger. Een schilderij van Bas Meerman werd zelfs opzettelijk beschadigd en moest gerestaureerd worden. Het schilderij toont een man die zijn broek laat zakken waardoor zijn onderbroek te zien is. Momenteel wordt de kunstcollectie deels ontsloten door de publicatie van de catalogus Unlocked #2 en tentoonstellingen in de Haagse musea. Nog tot 8 mei kan het publiek zelf komen bekijken hoe aanstootgevend de bedrijfscollectie eventueel zou zijn.


Karin Bos 2005

Ted Noten, Superbitchbag. foto Ted Noten



Ted Noten, Pistol Saints. foto Ted Noten

HTV Highlights: issue 68 VOC

This year arts magazine HTV de IJsberg celebrates its 15th anniversary. I joined the editorial staff in 2004 and I want to present some highlights from my personal HTV archives. In random order. Issue #68 VOC dates from march-april 2007 and was made with guest-editors BAVO.
We had a private launch party for the happy few of HTV on a boat roaming the canals of the Amsterdam 'grachtengordel' elite. However, we did join our broad audience of readers by making a film at Art Amsterdam art fair where we presented issue 68 too.

My contribution for this issue was a review on Ariel Schlesinger.


[Title] Blowing soap bubbles

[Author] Karin Bos

[Words] 317

[Text]

Balkenende is probably still regretting his remark on our fantastic VOC mentality of the old days when everything was so much better than today. His temporary blind spot for exploitation and slave trading has haunted him for quite a while. The fuss it created reminds me of an intriguing piece of art by the young artist Ariel Schlesinger (1980, Israel). It is called Bubble Machine and was recently on view at Galleria Klerkx in Milan.

Bubble Machine (2006) is a low-tech bricolage installation created out of a whole bunch of materials and recycled goods: wood, electric drill, ladder, soap, cooking gas, grill, transformer, stool, and glass. From the top of this Bubble Machine small soap bubbles escape in a rhythmic fashion. Just when you’re off guard admiring the beautiful soap bubbles, dreaming away to happy childhood memories, it hits you right in the face. The bubbles are filled with gas, so they explode when they hit the grill below. A nasty wakeup call, a reminder that not everyone’s childhood is a peaceful experience.

The gas and the exploding bubbles on the grill are provocations that engage us to think about the social-political role of art in our society. The use of soap raises questions as well. Soap is used for cleaning up, to wash one’s hands in innocence. But Brad Pitt as Tyler Durden in the movie Fight Club taught us that soap could also be the main ingredient of home-made explosives. And, according to Durden, the best soap is made with human fat, preferably stolen from a liposuction clinic, so rich ladies buy back their own behinds when they buy this ‘magnificent’ soap.
Those shopping ladies don’t know it yet, Balkenende probably has realized it by now, and Ariel Schlesinger shows it to us with his Bubble Machine: There’s a downside to most things that look good at first glance.

www.manuelaklerkx.com


Karin Bos 2007


Ariel Schlesinger, Bubble Machine, 2006, courtesy Artists' Studio, Milan



Ariel Schlesinger, Bubble Machine, 2006, courtesy Klerkx, Milan


Robin Brouwer interviewing me as one of the exhibiting artists at Art Amsterdam 2007.





HTV Highlights: issue 71 Het Topje van de IJsberg

This year arts magazine HTV de IJsberg celebrates its 15th anniversary.
I joined the editorial staff in 2004 and I want to present some highlights from my personal HTV archives. In random order. Issue #71 dates from november-december 2007 and celebrated 12,5 years of HTV. We had a big birthday party at W139/Basement in Amsterdam.



For this issue I did some serious treasure hunting in the archives of the magazine, screened all 70 issues, which resulted in 4 pages of best-of collages:








some party pics of the art auction at W139/Basement:




HTV Hightlights: issue 66 Holy Grail

This year arts magazine HTV de IJsberg celebrates its 15th anniversary.
I joined the editorial staff in 2004 and I want to present some highlights from my personal HTV archives. In random order.
Starting with issue 66 from november-december 2006 with guest-editor Sven Lutticken.
Robin Brouwer presents first copy to special guest editor Sven Lutticken during launch party at Horse Move Project Space in Amsterdam.


My contribution was an interview with Hanneke de Jong-Fluitsma :

[Titel] De Graal en de zedelijke verheffing van meisjes

[Auteur] Karin Bos

[Woorden] 650

[Intro]

Interview met mevrouw Hanneke de Jong-Fluitsma door Karin Bos

Hanneke de Jong-Fluitsma is als meisje lid geweest van de vrouwelijke katholieke Graalbeweging in Amsterdam.

[Tekst]

KB: “Kunt u mij vertellen wat de Graalbeweging precies is?”

HdJF: “De Graalbeweging stamt nog van voor de oorlog, héél lang geleden dus, en is opgericht door de Vrouwen van Nazareth. Zij hadden een klooster in de duinen bij Vogelenzang. Ze liepen daar in een soort toga’s, als ik het toga’s noemen mag, witte uniformen met een blauwe ceintuur. Er was destijds een bisschop, bisschop Aengenent, die tegen ze zei: “Jullie moeten wat voor de jonge vrouwen doen die niet veel opleiding hebben”. Daarom is de Graalbeweging opgericht in Rotterdam en in Amsterdam.”

KB: “Wanneer bent u lid geworden?”

HdJF: “Ik was een jaar of achttien toen ik lid werd van de Graalbeweging voor katholieke meisjes. Ik zat al wel op een sportvereniging maar dacht; “daar ga ik ook heen.” Wij woonden destijds in Amsterdam, ik was de jongste van vijf kinderen en erg bleu. Ik had geen zin om door te leren en werkte in de huishouding. De Graalbeweging had wel vijf huizen in Amsterdam waar je iedere avond terecht kon voor allerlei clubs. Ik ging altijd op de fiets naar het huis op de Prinsengracht, dat was voor mij het dichtste bij. Je kon toen nog je fiets zonder slot buiten op straat laten staan. Het lidmaatschap kostte 35 cent per week. We zaten er op kussens op de grond en elke kamer had een andere kleur. Zomers maakten we fietstochten naar het Gooi.”

KB: “Wat deden de Graalmeisjes nog meer?”

HdJF: “Voor de tweede wereldoorlog zijn we met de trein naar Berlijn gereisd om de oorlog te stoppen. Op alle tussenstations stond de trein een half uur stil. Daar vormden we spreekkoren en scandeerden met z’n allen: “De wereld moet bekeren en God zal triomferen!” In Berlijn hebben we samen met Duitse meisjes een massaspel opgevoerd. Een jaar later zijn we met de boot naar Engeland gegaan. Daar hebben we met tweehonderd Engelse meisjes ook weer een massaspel opgevoerd.”

KB: “Wat betekende de Graalbeweging voor u?”

HdJF: “De Graalbeweging is belangrijk geweest voor mijn vorming. Eerst moesten we Duits leren en daarna Engels. Ik heb er zelfs braille geleerd. Het heeft me ook beholpen om wat zelfbewuster te worden. Niet brutaal of zo, maar wel minder bleu.
We deden ook aan begeleiding van schoolkinderen. Die konden zich opgeven en werden dan tot Kruiskinderen verheven. Ze hadden kettinkjes om met een houten kruis eraan en zongen dan een versje. Dat versje herinner ik me nog: “Wij zijn tot Kruiskinderen verheven. Kruiskinderen is nu onze naam. Wij zullen voor het kruis niet meer beven. Want met het kruis aan, (dan hieven zij het houten kruis omhoog) komen wij saam.””

KB: “Hoe lang heeft u bij de Graalbeweging gezeten?”

HdJF: “Tot de tweede wereldoorlog ben ik lid geweest van de Graalbeweging. De oorlog maakte een einde aan het bestaan van de Graalbeweging en nadien is de beweging niet meer opnieuw opgericht. Men vond het toen ouderwets en uit de tijd. Voorheen was er zelfs in de VS een afdeling, maar het is helemaal verwaterd. Dat vind ik jammer, want ze hebben veel goede dingen gedaan en voor veel mensen veel betekend.”

KB: “Bent u geïnteresseerd in de Graalsymboliek?”

HdJF: “De Graal heeft nu een andere betekenis dan toen. Ze vertelden ons wel over de zoektocht naar de kelk, maar daar werd geen nadruk op gelegd, het was niet belangrijk. Ik ben wel geïnteresseerd in symboliek en kunst, maar jammer genoeg moet ik tegenwoordig veel missen. Het is voor mij niet meer mogelijk om alles te bezoeken en ik voel me soms een beetje gevangen. Tenslotte ben ik al bijna 93 jaar. De geest wil nog van alles, maar het lichaam zegt ho.”
Karin Bos 2006
English version:
[Titel] The Grail and the moral ennoblement¹ of young ladies

[Auteur] Karin Bos

[Woorden] 749
[Intro]

Interview with Mrs. Hanneke de Jong-Fluitsma by Karin Bos

As a girl Hanneke de Jong-Fluitsma was a member of the female Catholic Grail movement in Amsterdam.


[Tekst]


KB: “Could you tell me what the Grail movement was exactly?”

HdJF: “The Grail movement stems from before the war, so that’s a very long time ago. It was founded by the Women of Nazareth. They had a cloister in the dunes near Vogelenzang. They dressed in a kind of toga, if I may call it that way, it was a white uniform with a blue belt. There was a Bishop, the Bishop Aengenent, who told them: “You have to do something for the young women who don’t have a lot of education.” For this reason the Grail movement was founded in Rotterdam and Amsterdam.”

KB: “When did you become a member?”

HdJF: “I was around eighteen years old when I joined the Grail movement for Catholic girls. I already was a member of a sports club, but thought; “I want to go there too.” Back then we lived in Amsterdam, I was the youngest of five children and very shy. I didn’t feel like going to college, although I had the brains to do so, and was working as a domestic worker. The Grail movement had five houses in Amsterdam where you could go to every evening of the week to participate in all kind of clubs. I used to bike to the one at the Prinsengracht because that was the nearest one for me. In those days it was still possible to leave your bicycle unlocked on the streets. Membership cost 35 cents a week. We sat on cushions on the floor and every room had a different color theme. In summertime we took bike trips to the countryside.”

KB: “What else did the Grail girls do?”

HdJF: “Before the second World War we went to Berlin by train to stop the war. At every train station the train stopped for half an hour, and there we formed a speaking-chorus and shouted all together: “The world has to convert and God will triumph!” In Berlin we performed a mass play together with the Berlin girls. One year later we went to England by boat. There we performed a mass play too, together with two hundred English girls.”

KB: “What did the Grail movement mean to you?”

HdJF: “The Grail movement has been very important for my cultivation. First we had to learn German and after that we learned English. I even learned Braille. It also helped me to become more confident. Not impudent, by all means, but less timid. We also guided school children. They could sign up and they were raised to Children of the Cross. They wore necklaces with a wooden cross and sang a verse. I still remember that verse: “We are raised to Children of the Cross. Children of the Cross is our name now. We shall never shiver for the cross again. Because by wearing the cross (at that point they raised their wooden crucifixes), we come together.””

KB: “How long were you a member of the Grail movement?”

HdJF: “Until the second World War. The war made an end to the existence of the Grail movement and afterwards it wasn’t restarted. People thought of it as being old fashioned and out of date. There even used to be a division in the US, but it was totally diluted. Personally I think it is a shame, because the Grail movement has done many good deeds and it has meant a lot to many people.”

KB: “Are you interested in the symbolism of the Grail?”

HdJF: “The Grail has a different meaning nowadays. We were told about the quest for the Grail, but it wasn’t emphasized, it was not important. I am interested in symbolism and the arts, but unfortunately I miss out on a lot these days. It is not possible for me to visit everything I would like to anymore, and I do feel a little trapped sometimes. After all I am almost ninety-three years old. The mind is still willing, but the body less so.”

Karin Bos 2006

Het oorspronkelijke Nederlands:
1) zedelijke verheffing
2) bleu
3) De wereld moet bekeren en God zal triomferen!
4) Wij zijn tot Kruiskinderen verheven. Kruiskinderen is nu onze naam. Wij zullen voor het kruis niet meer beven. Want met het kruis aan, komen wij saam.